Vanaf 1 september 2024 is de wet die voorziet in een specifieke verblijfsprocedure wegens staatloosheid in werking getreden.
Volgens het Verdrag van New York van 28 september 1954 is een staatloze een persoon die door geen enkele Staat als zijn onderdaan wordt beschouwd - krachtens de wetgeving van de Staat in kwestie. Een staatloze die een verblijfsrecht in België wil verkrijgen, moet een toelating tot verblijf wegens staatloosheid indienen.
Verblijf in België van staatlozen - procedure voor toelating tot verblijf wegens staatloosheid
Zowel de DVZ, het CGVS als de RvV zijn bevoegd in het kader van de nieuwe procedure.
Fasen in de procedure voor toelating tot verblijf wegens staatloosheid
1/ DVZ: Aanvraag tot toelating tot verblijf wegens staatloosheid.
2/ DVZ: Aanvraag al dan niet in overweging genomen.
3/ CGVS: Indien verzoek in overweging genomen, verzoek doorgestuurd naar CGVS voor advies.
4/ DVZ: DVZ verleent of weigert verblijfsrecht, rekening houdend met het advies van het CGVS.
Indienen van de aanvraag
Een aanvraag voor toelating tot verblijf wegens staatloosheid wordt rechtstreeks per aangetekende brief ingediend bij de Dienst Vreemdelingen. De aanvraag wordt beoordeeld door de DVZ volgens de ontvankelijkheidsvoorwaarden zoals deze bepaald zijn in de wet van 15 december 1980. Als de DVZ beslist de aanvraag in overweging te nemen, wordt vervolgens een advies gevraagd aan het CGVS. Op basis van dit advies neemt de DVZ een beslissing inzake het verblijf:
-
indien de beslissing positief is wordt een toelating tot verblijf toegekend voor beperkte duur. Na een termijn van 5 jaar wordt de vreemdeling in principe voor onbeperkte duur toegelaten.
- indien de beslissing negatief is kan beroep worden aangetekend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
Voorlegging van de aanvraag aan het CGVS voor advies
Als de DVZ beslist om de aanvraag in overweging te nemen, wordt ze voorgelegd aan het CGVS voor advies over de inhoudelijke voorwaarden, namelijk :
- Voldoet de vreemdeling aan de definitie van staatloze zoals bepaald in artikel 1 van het Staatlozenverdrag?
- Toont de vreemdeling zijn identiteit en herkomst aan?
- Toont de vreemdeling aan dat hij zijn/haar nationaliteit buiten zijn/haar wil heeft verloren?
- Toont de vreemdeling aan dat hij nog geen nationaliteit heeft kunnen verkrijgen of zijn oude nationaliteit niet heeft kunnen terugkrijgen door middel van een administratieve procedure?
- Toont de vreemdeling aan dat hij in een andere Staat waarmee hij banden heeft geen verblijfsvergunning voor onbepaalde duur heeft of kan krijgen?
In principe verloopt de procedure schriftelijk, maar het CGVS kan beslissen de betrokkene te horen. Het CGVS kan ook een vraag om inlichtingen sturen.
Het CGVS maakt zijn advies over aan de DVZ.
Gevolg van de procedure tot erkenning als staatloze op de procedure tot toelating tot verblijf wegens staatloosheid
De procedure staatloosheid heeft geen invloed op de bestaande bevoegdheid van de familierechtbank om uitspraak te doen over verzoeken tot erkenning als staatloze. De twee procedures bestaan dus naast elkaar.
De DVZ en het CGVS moeten het gezag van gewijsde van de beslissing van de familierechtbank inzake de erkenning van de status van staatloosheid evenwel respecteren .
Gevolg van het verzoek om internationale bescherming op de procedure voor toelating tot verblijf wegens staatloosheid
De procedure staatloosheid is subsidiair aan de procedure internationale bescherming, in zoverre een staatloze met een gegronde vrees voor vervolging bij voorkeur om internationale bescherming zal verzoeken dan om erkenning als staatloze.
Indien de vreemdeling een verzoek om internationale bescherming indient, wordt de procedure staatloosheid in principe opgeschort. Dit geldt zowel voor de situatie waarin de vreemdeling al een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend als voor de situatie waarin een verzoek om internationale bescherming wordt ingediend nadat een verzoek om staatloosheid is ingediend.
De opschorting geldt tot een definitieve beslissing wordt genomen over het verzoek om internationale bescherming: ofwel een eindbeslissing van het CGVS ofwel een arrest van de RvV.
Indien de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus wordt toegekend, wordt het verzoek staatloosheid zonder voorwerp.
Meer informatie over deze procedure is terug te vinden op de website van de Dienst Vreemdelingenzaken. Vragen hierover kunnen gericht worden aan de cel Opvolging Internationale Bescherming van de DVZ op het volgende e-mailadres: stateless@ibz.be.