Staatlozen

Een staatloze is een persoon die door geen enkele staat – volgens de nationaliteitswetgeving van die staat – als onderdaan wordt beschouwd. Deze persoon kan wel een land van gewoonlijk verblijf hebben maar heeft niet noodzakelijk dezelfde rechten als een persoon met de nationaliteit van dat land.

Op welke manier de status aanvragen?

De Belgische wetgeving heeft momenteel geen specifieke administratieve procedure of instantie voor de erkenning van de status van staatloze.

De wet over de vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht, alsook van notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake Justitie, de zogenaamde wet Potpourri V, werd op 6 juli 2017 goedgekeurd in de Kamer.

Deze wet vertrouwt geschillen, verbonden aan vragen met betrekking tot de nationaliteit en met betrekking tot het statuut van staatloosheid, voortaan uitdrukkelijk toe aan de familierechtbank. Hiervoor was de rechtbank van eerste aanleg bevoegd.

Enkel de familierechtbanken, gevestigd in een zetel van een hof van beroep (in wiens rechtsgebied de aanvrager zijn woon- of verblijfplaats heeft of, bij gebreke daarvan, waar de aanvrager zich bevindt), zijn bevoegd om zaken in verband met de erkenning van het statuut van staatloze te behandelen.

De wet is op 3 augustus 2017 in werking getreden.

De aanvrager moet zelf de bewijzen aanbrengen waaruit blijkt dat hij staatloos is.

Dit kunnen bijvoorbeeld zijn:

  • Bewijzen van de ambassade waar de staatloze een band mee heeft en waaruit blijkt dat hij de nationaliteit van dit /deze land(en) niet heeft;
  • Nationaliteitswetten van de landen waarmee de persoon een band heeft.

De landen waar de kandidaat-staatloze een band mee heeft kunnen onder meer zijn:

  • Land van verblijf;
  • Land van geboorte;
  • Land waarvan familieleden de nationaliteit hebben.

Als  de erkenning tot staatloze geweigerd wordt kan de aanvrager een beroep aantekenen bij het hof van beroep.

Verblijf in België

Tijdens de procedure tot erkenning als staatloze heeft de persoon geen verblijfsrecht in België, tenzij hij tegelijkertijd nog een andere verblijfsprocedure (regularisatie, asielaanvraag…) heeft ingediend.

De erkenning tot staatloze geeft niet automatisch recht op een langer verblijf in België, tenzij de erkende staatloze op basis van een andere procedure een verblijfsrecht heeft in België.

Het is mogelijk dat er voor de erkende staatloze die legaal in België verblijft, sprake is van een ‘uitwijzingsverbod’. Dit geeft de erkende staatloze een (heel) tijdelijk verblijfsrecht.

Wil de erkende staatloze een (langer) verblijfsrecht in België dan moet hij een regularisatieaanvraag (artikel 9bis van de Vreemdelingenwet) indienen bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).

Bij een positieve beslissing na de regularisatieaanvraag, zoals bepaald in artikel 9bis van de Vreemdelingenwet, krijgt de erkende staatloze een langer verblijfsrecht.

Wat doet het CGVS voor erkende staatlozen?

Het CGVS heeft geen enkele bevoegdheid in de toekenning van de status aan een erkende staatloze. Het is wel mogelijk dat het parket of de rechtbank aan het CGVS informatie vraagt in het kader van de procedure inzake de erkenning van het statuut van staatloze.

De rol van het CGVS beperkt zich verder tot het uitreiken van documenten, op aanvraag van de erkende staatloze. Wanneer de erkende staatloze voor administratieve zaken niet kan rekenen op de diensten van het land waarmee hij een band heeft, kan het CGVS hem administratieve hulp aanbieden.

Het CGVS reikt documenten van burgerlijke stand (geboorte-, huwelijks, of overlijdensattesten) uit aan de erkende staatloze voor zover hij:

  • zijn identiteit kan bewijzen en
  • hij een attest voorlegt waaruit blijkt dat er geen beroep loopt tegen de beslissing tot erkenning als staatloze.

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.