Wanneer er nieuwe elementen of feiten aan de orde zijn om de geldigheid van de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus te heroverwegen, onderzoekt de commissaris-generaal of hij de toegekende status kan intrekken of opheffen. Het heronderzoek gebeurt op individuele basis.
Het heronderzoek van de geldigheid van een beschermingsstatus door het CGVS kan ook gevraagd worden door de minister of zijn gemachtigde.
Het CGVS brengt de betrokkene schriftelijk op de hoogte van de redenen van het heronderzoek.
- Bij een mogelijke intrekking van de status wordt de betrokkene altijd opgeroepen voor een gehoor. Hij krijgt er de mogelijkheid om de redenen van het heronderzoek te weerleggen.
- Bij een mogelijk opheffing van de status is een gehoor niet noodzakelijk. De commissaris-generaal kan betrokkene vragen de redenen voor het behoud van zijn status schriftelijk over te maken.
Opheffing van de beschermingsstatus
Een beslissing tot opheffing maakt een einde aan de toegekende status. Bescherming is niet langer nodig omwille van het gedrag van de betrokkene zelf of als gevolg van een wijziging van de omstandigheden die aanleiding gaven tot het toekennen van een status.
De commissaris-generaal kan de vluchtelingenstatus opheffen als:
- de betrokkene vrijwillig de bescherming inroept van het land waarvan hij de nationaliteit bezit
- de betrokkene vrijwillig opnieuw zijn nationaliteit verkrijgt nadat hij deze had verloren
- de betrokkene een nieuwe nationaliteit verkrijgt en bescherming geniet in het land waarvan hij de nieuwe nationaliteit bezit
- de betrokkene zich vrijwillig opnieuw gevestigd heeft in het land waar hij vervolging vreesde
- de omstandigheden die aanleiding gaven tot de vluchtelingenstatus niet langer bestaan en de vluchteling niet langer kan weigeren de bescherming van het land van nationaliteit (land van gewoonlijk verblijf indien staatloos) in te roepen, tenzij er dwingende redenen zijn als gevolg van een eerdere vervolging. De commissaris-generaal gaat na of de verandering van de omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft om de gegronde vrees van de vluchteling voor vervolging weg te nemen.
De commissaris-generaal kan de subsidiaire beschermingsstatus enkel opheffen als de omstandigheden die aanleiding gaven tot de status niet langer bestaan of zodanig zijn gewijzigd dat de beschermingsstatus niet langer nodig is. Er mogen in hoofde van de betrokkene geen dwingende redenen zijn als gevolg van vroegere ernstige schade om de bescherming van het land van nationaliteit (of land van gewoonlijk verblijf voor staatlozen) niet in te roepen.
De commissaris-generaal gaat na of de verandering van de omstandigheden een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft om het reële risico op ernstige schade weg te nemen.
Intrekking van de beschermingsstatus
De commissaris-generaal neemt een beslissing tot intrekking van de beschermingsstatus wanneer deze status nooit had mogen worden gegeven
- omdat de betrokkene uitgesloten had moeten zijn van bescherming of
- omdat hij een beschermingsstatus kreeg door middel van fraude.
Als de commissaris-generaal na de toekenning van een beschermingsstatus vaststelt, dat de betrokkene uitgesloten had moeten zijn, trekt hij de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus in. In deze beslissing geeft de commissaris-generaal een advies over een eventuele verwijderingsmaatregel.
Lees meer over de situaties waarin het CGVS de uitsluitingsclausule kan toepassen bij Uitsluiting.
De commissaris-generaal trekt een beschermingsstatus wegens fraude in als de betrokkene:
- de feiten tijdens zijn asielaanvraag verkeerd weergaf
- feiten achterhield tijdens zijn aanvraag
- valse verklaringen aflegde tijdens zijn aanvraag
- tijdens zijn aanvraag gebruik maakte van valse of vervalste documenten.
- zijn persoonlijk gedrag erop wijst dat hij niet langer vervolging vreest of een reëel risico op ernstige schade.
De fraude moet betrekking hebben op essentiële elementen van de asielaanvraag die niet gekend waren op het ogenblik dat de beschermingsstatus werd toegekend.
De commissaris-generaal kan de vluchtelingenstatus intrekken als:
- de vluchteling een gevaar vormt voor de samenleving omdat hij definitief veroordeeld is voor een bijzonder ernstig misdrijf
- er redelijke gronden bestaan om de vluchteling te beschouwen als een gevaar voor de nationale veiligheid.
In deze beslissing verstrekt de commissaris-generaal ook een advies over de eventuele verwijderingsmaatregel.
De commissaris-generaal kan de subsidiaire beschermingsstatus intrekken als:
- de betrokkene een of meerdere misdrijven heeft gepleegd die niet onder de specifieke uitsluitingsclausules vallen
- de misdrijven kunnen bestraft worden met een gevangenisstraf als ze in België zouden gepleegd zijn
- de betrokkene zijn land van herkomst enkel heeft verlaten om zijn straf te ontlopen.
Ook in deze beslissing verstrekt de commissaris-generaal een advies over de eventuele verwijderingsmaatregel.