Veiligheidssituatie in Mogadishu

Nederlands

Dit onderzoek maakt een stand van zaken op over de veiligheidssituatie in de Somalische hoofdstad Mogadishu. Het richt zich in het bijzonder op de periode van 1 juli 2022 tot 1 januari 2023. Dit document is een update van de COI Focus van 9 september 2022. Cedoca heeft het onderzoek afgesloten op 28 februari 2023.

De veiligheidssituatie in Somalië blijft onstabiel. Verschillende bronnen, waaronder de VN-Veiligheidsraad, beschouwen de terreurgroep AS als een ernstige bedreiging voor de vrede en veiligheid in het land. AS is de zichtbaarste bron van onveiligheid in Somalië maar niet de enige. Chronische conflicten tussen gemeenschappen en politieke conflicten blijven een belangrijke destabiliserende factor. Volgens ACLED-gegevens vinden de meeste veiligheidsincidenten tijdens de huidige verslagperiode plaats in de regio Banadir, gevolgd door Lower Shabelle en Lower Juba.

Tijdens de verslagperiode verklaart de nieuwe president Hassan Sheikh Mohamud de oorlog aan AS met onder andere een militair offensief in de regio’s Hiraan, Bay, Bakool, Galgaduud en Middle Shabelle. De regelmaat van de gevechten tussen AS en de regeringstroepen en hun bondgenoten komt de tweede helft van 2022 in een stroomversnelling. Bronnen stellen ook een toename vast van gewelddaden tegen burgers. Deze worden gezien als vergeldingsacties van AS voor het militaire offensief.

Ook in Mogadishu is er sprake van een toename van terreuraanvallen. AS voert tijdens de verslagperiode drie zware aanslagen uit in de stad, waarvan twee in het meest beveiligde gedeelte van de stad. De zwaarste bomaanslag, gericht tegen het ministerie van Onderwijs aan het drukke KM4-kruispunt, vindt plaats in oktober 2022. Hierbij sterven minstens 120 mensen, vooral burgers, en raken er meer dan 300 gewond. Het is de tweede zwaarste terreuraanslag ooit in Mogadishu.

De door ACLED geregistreerde gewelddaden gaan in stijgende lijn met een piek in augustus 2022. In vergelijking met de vorige verslagperiode tekent ACLED in de huidige verslagperiode gemiddeld meer incidenten per maand op, namelijk 61 tegenover 56,8.

Mogadishu is tijdens de verslagperiode het toneel van schietincidenten tussen AS en de veiligheidstroepen. ACLED registreert ook schietpartijen tussen soldaten en politieagenten en tussen de veiligheidsdiensten en onbekende gewapende groepen. Daarnaast gebeuren er gerichte moorden met vuurwapens, terreuraanslagen met geïmproviseerde explosieven (autobommen en zelfmoordvesten), granaat-, raketgranaat- en mortieraanvallen.

Een analyse van de door ACLED geregistreerde incidenten geeft aan dat er twee hoofdtypes van geweld zijn in Mogadishu tijdens de verslagperiode: schietincidenten (79 %), waaronder hit-and-run-aanvallen, en granaataanvallen (21 %), die soms uitmonden in een vuurgevecht. Geïmproviseerde explosieven worden in 15 % van de geregistreerde gewelddaden gebruikt.

AS voert in Mogadishu gerichte moorden en terreuraanslagen uit tegen onder meer binnenlandse overheidsambtenaren, de aanwezige veiligheidsdiensten, verkiezingsafgevaardigden, clanoudsten, zakenlui, hotels, politiekantoren, controleposten, het ministerie van Onderwijs, militaire infrastructuren en aan het drukke kruispunt KM4. ACLED registreert ook terreurgeweld waar ISS vermoedelijk verantwoordelijk voor is.

Naast deze terreurgroepen zijn de aanwezige veiligheidsdiensten, clanmilities en onbekende gewapende groepen verantwoordelijk voor het geweld.

Officiële cijfers over incidenten en (burger)slachtoffers in Mogadishu zijn niet beschikbaar. Burgers worden soms doelbewust geviseerd (bijvoorbeeld ambtenaren, zakenlui, politieagenten off duty) of worden als collatoral damage slachtoffer van het geweld (voorbijgangers bij een bomexplosie of hotelgasten tijdens een AS-aanval). ACLED registeert voor de categorie violence against civilians in totaal 54 burgerdoden voor 58 incidenten. Het geweld dat ACLED noteert onder explosions/remote violence telt 202 doden, de meerderheid burgers, voor 70 incidenten. ACLED registreert gemiddeld meer dodelijke slachtoffers per maand in de huidige verslagperiode (juli-december 2022), namelijk 61,5 tegenover gemiddeld 44,5 per maand voor de vorige verslagperiode (jan-juni 2022).

Verschillende bronnen waarschuwen dat de focus op het terreurgeweld in de hoofdstad andere vormen van geweld aan de aandacht onttrekt. Het is ook niet altijd duidelijk wie effectief verantwoordelijk is voor het geweld noch wat het motief is. Deze bronnen wijzen op het wanbeheer, de corruptie, de clanrivaliteit, de slechte coördinatie binnen de veiligheidsdiensten en het gebrek aan civiele controle. Tijdens de ordehandhaving doen zich misbruiken voor. Er heerst een klimaat van straffeloosheid. AS is diep geïnfiltreerd in de veiligheidsdiensten, die er niet in slagen de burgerbevolking afdoende te beschermen tegen het (terreur)geweld. Bovendien heerst er een wantrouwen tegen deze diensten. Hierdoor staan burgers in voor hun eigen veiligheid en bescherming en beroepen ze zich op clanoudsten, invloedrijke zakenlui, milities, burgergroepen, religieuze autoriteiten, privémilities en AS. De clan van de Hawiye is dominant in de hoofdstad, voornamelijk de subclans van de Abgaal, Habar Gidir en Murasade, en enkel zij hebben milities actief in de hoofdstad. Somali van andere clans kunnen bescherming genieten van een lokale beschermheer. De clan waartoe een persoon behoort, biedt geen bescherming tegen indirect geweld (“being at the wrong place at the wrong time”), tegen een aanval van een onbekende dader of tegen een aanslag van AS, aldus verschillende bronnen. Wel kan de clan als afschrikkingsmiddel dienen voor gewelddadige misdrijven.

Verschillende bronnen stellen dat iedereen in de stad geconfronteerd wordt met veiligheidsrisico’s. Het soort geweld, de intensiteit ervan en de verslaggeving erover verschilt naargelang de locatie. De meeste van de door ACLED geregistreerde gewelddaden vonden in de verslagperiode plaats in Dayniile, gevolgd door de districten Yaaqshiid, Hodan en Dharkenley.

Eind februari 2022 schat UNHCR het aantal ontheemden in Somalië op 2,97 miljoen. Door de droogte neemt de ontheemding op grote schaal toe. De regio Banadir vangt met 40 % van het totale aantal het hoogste aantal ontheemden op in het hele land. Ze leven verspreid over naar schatting 700 informele nederzettingen samen met andere kwetsbare groepen: economische vluchtelingen en armen. Terugkeerders uit de diaspora, uit Kenia, Libië en Jemen, settelen zich ook meestal in de hoofdstad. Uit armoede en bij gebrek aan netwerk belanden sommigen onder hen in de IDP-nederzettingen. Ontheemden leven in illegale, geïmproviseerde kampen, beheerd door privépersonen (gatekeepers). Deze kampen concentreren zich nu steeds meer aan de rand van de stad, buiten het bereik van infrastructuur en basisvoorzieningen.

Mogadishu blijft de belangrijkst economische hub, ondanks de chronische onveiligheid. Sinds 2013 is de economische situatie gestaag aan het verbeteren maar de groeimarge is te klein om genoeg werk te voorzien voor de groeiende arbeidsbevolking. Het economische herstel vertraagt, en de armoede stijgt, door natuurrampen (sprinkhanenplaag, overstromingen, droogte) en de gevolgen van de coronapandemie. De arbeidsmarkt is zeer beperkt. De meerderheid van de inwoners verdienen een inkomen via de informele economie. De oorlog in Oekraïne en de droogte zorgen voor stijgende voedsel- en olieprijzen. Dagelijks komen nieuwe ontheemden uit de door droogte geteisterde gebieden, wat de druk op de schaarse hulpbronnen vergroot. Gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting en dienstverlening in de hoofdstad zijn ondermaats. De droogte treft ontheemden, die al in een kwetsbare positie zitten, zwaar. Ze lijden disproportioneel onder werkloosheid, de hoge voedsel- en olieprijzen en gebrek aan water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg.

Beleid

Na de val van president Siad Barre in 1991 is Somalië in chaos gedompeld. Verschillende autoriteiten hebben elkaar sinds 2000 opgevolgd. Somaliland en Puntland zijn in de jaren ‘90 de facto onafhankelijk geworden van de federale staat Somalië. De algemene veiligheidssituatie in Somalië wordt grotendeels bepaald door een langdurig aanslepend intern gewapend conflict, waardoor zeer veel Somaliërs intern ontheemd zijn of hun toevlucht genomen hebben in het buitenland. Voor de beoordeling van de nood aan internationale bescherming houdt de commissaris-generaal er rekening mee dat er fundamentele verschillen bestaan tussen de situatie in Mogadishu, Centraal- en Zuid-Somalië enerzijds en de situatie in de Somaliland en Puntland anderzijds.

Land: 
Somalië

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.