Veiligheidssituatie Darfoer

Nederlands

Dit onderzoek maakt een stand van zaken op van het conflict en de veiligheidssituatie in de regio Darfoer in Soedan in het licht van de ontwikkelingen sinds 2016. Het richt zich in het bijzonder op de periode van 1 januari 2019 tot 30 april 2019. Het onderzoek werd afgesloten op 24 mei 2019.

Confrontaties over landrechten en toegang tot water tussen lokale boerengemeenschappen en nomaden in de gemarginaliseerde regio van Darfoer vormen de achtergrond voor de oorlog die uitbreekt in 2003. Twee rebellengroepen, het JEM en het SLA-M, komen in opstand tegen de centrale regering in Khartoem. De regering beantwoordt de revolte met het inzetten van Arabische milities. Het geweld in Darfoer heeft al meer dan 400.000 levens gekost en meer dan 2.500.000 mensen zijn ontheemd.

De gewapende treffens tussen de regeringstroepen en de rebellen in Darfoer zijn afgenomen na de Decisive Summer-campagnes midden 2016. De veiligheidssituatie in Darfoer blijft evenwel onstabiel omdat er naast het leger, de paramilitaire groepen en de rebellengroepen ook gewapende milities en criminele bendes aanwezig zijn. In 2018 hervatten de schermutselingen tussen het SLA-AW, de enige nog actieve rebellengroep in Darfoer, en de veiligheidstroepen in Jebel Marra.

Bij de operaties van de regering in Darfoer zijn doorgaans zowel de SAF, de RSF, als Arabische hulpmilities betrokken. De BGF zitten niet langer op de lijn van de regering. Het SLA-AW is anno 2019 de enige actieve rebellengroep in Darfoer en controleert er een gebied rond Jebel Marra dat reikt van Sortoni in Noord-Darfoer over Golo in Centraal-Darfoer tot het gebied van Sharq Jebel Marra in Zuid-Darfoer. De gevechten tussen de regeringstroepen en het SLA-AW zijn in grote mate beperkt tot het gebied van Jebel Marra. Cijfers van ACLED tonen aan dat het merendeel van de gevechten in 2018 en de eerste drie maanden van 2019 in Centraal- en Zuid-Darfoer plaatsvinden.

Volgens verschillende bronnen vallen de regeringstroepen en met name de RSF niet enkel leden van het SLA-AW aan maar hebben ze het ook in grote mate gemunt op burgers en ontheemden. Volgens de VN-Veiligheidsraad is de Fur-gemeenschap het voornaamste slachtoffer van het geweld tegen ontheemden en burgers. Internationale bronnen wijzen tevens op de detentie van echte of vermeende aanhangers van de rebellenbewegingen in Darfoer. Verschillende Soedanese bronnen melden intimidatie en arrestaties door de veiligheidsdiensten van mensenrechtenactivisten, sociale activisten en online activisten, gemeenschapsleiders, advocaten, journalisten, studenten of demonstranten die kritiek uiten op het beleid of voor het regime gevoelige materies aankaarten, zoals de stijging van de levensduurte en mensenrechten. De noodtoestand in Darfoer faciliteert willekeurige detentie zonder officiële aanklacht of proces.

Intercommunaal geweld blijft doorheen 2018 leiden tot burgerdoden, vooral in Oost-, Zuid- en Noord-Darfoer. Mensenrechtenschendingen en seksueel geweld komen op grote schaal voor in Darfoer, en worden gepleegd door een veelheid aan actoren zoals gewapende mannen en militieleden, leden van de SAF, de RSF, de Border Guards en de Soedanese politie. Criminaliteit en banditisme hebben vrij spel door de algemene situatie van straffeloosheid.

Soedanezen die Darfoer ontvluchten vestigen zich voornamelijk in de buurlanden Tsjaad en Zuid-Soedan. Precieze cijfers over het aantal IDP’s in Darfoer zijn moeilijk te achterhalen gezien de complexe veiligheidssituatie en de beperkte toegang tot het gebied. Volgens OCHA zijn er 1,6 miljoen ontheemden geregistreerd in de ongeveer 60 kampen in Darfoer. Schattingen over het aantal IDP’s die buiten de kampen leven, lopen uiteen van 500.000 tot 1 miljoen personen. In 2017 kondigt de Soedanese overheid de mogelijkheid tot vrijwillige terugkeer voor ontheemden aan met de steun van de terugkeer- en hervestigingscommissie van de regering. In veel gebieden wordt terugkeer echter belemmerd door de aanwezigheid van gewapende milities.

Het aanslepende conflict heeft een negatieve impact op de reeds precaire levenssituatie van de mensen in Darfoer, die verder onder druk staat door klimaatverandering, stijgende voedselprijzen, inflatie en devaluatie van de lokale munt, dalende koopkracht en infrastructurele beperkingen. Dit alles resulteert in voedselonzekerheid, een gebrek aan gezondheidsvoorziening en onderdak en een stijging aan WASH-behoeften, en zorgt ervoor dat veel mensen afhankelijk zijn van humanitaire hulp. Bewegingsvrijheid in Darfoer word belemmerd door de noodtoestand, de onveiligheid en allerlei infrastructurele beperkingen.

Ondanks de opheffing van een reeks sancties door de VS gaat het slecht met de Soedanese economie. Vanaf 19 december 2018 vinden massale protesten over prijsstijgingen plaats over het hele land. Na bijna vier maanden van protest brengt een militaire coup op 11 april 2019 president al-Bashir ten val. In Darfoer is men de militaire overgangsraad vijandig gezind. Er vinden grote betogingen plaats in de dagen volgend op de militaire coup en er is sprake van geweld vanwege ontheemden en burgers tegen regeringsgebouwen.

Een inclusief vredesakkoord voor Darfoer blijft uit. Toch verloopt de geplande terugtrekking van UNAMID tegen 30 juni 2020 volgens schema. Het is vooralsnog moeilijk in te schatten welke invloed de sterk veranderende politieke context in Soedan zal hebben op de vredesmissie en het vredesproces in Darfoer.

Beleid

Het beleid dat de commissaris-generaal voert, is gestoeld op een grondige analyse van nauwkeurige en actuele informatie over de algemene situatie in het land van oorsprong. Die informatie wordt op professionele manier verzameld uit verschillende objectieve bronnen, waaronder het EASO, het UNHCR, relevante internationale mensenrechtenorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bij het bepalen van zijn beleid baseert de commissaris-generaal zich derhalve niet alleen op de op deze website gepubliceerde COI Focussen opgesteld door Cedoca, dewelke slechts één aspect van de algemene situatie in het land van herkomst behandelen.

Uit het gegeven dat een COI Focus gedateerd zou zijn, kan bijgevolg niet worden afgeleid dat het beleid dat de commissaris-generaal voert niet langer actueel zou zijn.

Bij het beoordelen van een asielaanvraag houdt de commissaris-generaal niet alleen rekening met de feitelijke situatie zoals zij zich voordoet in het land van oorsprong op het ogenblik van zijn beslissing, maar ook met de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de asielzoeker. Elke asielaanvraag wordt individueel onderzocht. Een asielzoeker moet op een voldoende concrete manier aantonen dat hij een gegronde vrees voor vervolging of een persoonlijk risico op ernstige schade loopt. Hij kan dus niet louter verwijzen naar de algemene omstandigheden in zijn land, maar moet ook concrete, geloofwaardige en op zijn persoon betrokken feiten aanbrengen.

Voor dit land is geen beleidsnota beschikbaar op de website.

Land: 
Soedan

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.