Situation sécuritaire

Nederlands

De Burundese crisis vindt haar oorsprong in 2015 in de controverse rond het derde mandaat van president Nkurunziza. Na de betogingen, die volgens HRW en AI door de politie met buitensporig geweld werden onderdrukt, en een staatsgreep die werd verijdeld door de regeringsgetrouwe troepen, nam het geweld volgens ICG de vorm aan van een opstand, met aanvallen op de ordetroepen, moorddadige politieoperaties, buitengerechtelijke executies, willekeurige arrestaties en folteringen. Rebellengroepen die begin 2016 werden opgericht, voornamelijk de FOREBU en de RED Tabara, slagen er echter niet in, zich te verenigen en een gecoördineerde strategie uit te werken.

Sinds begin 2016 merkt het OHCHR een daling van de buitengerechtelijke executies en VOA wijst erop dat de gewapende confrontaties en granaataanvallen zeldzaam worden. Verschillende bronnen melden echter verschillende gevallen van gedwongen verdwijningen, willekeurige arrestaties en folteringen en maken melding van een terreurklimaat. Hoewel de EINUB een duidelijke daling van het geweld in september 2016 meldt, schrijft deze bron, net als heel wat andere bronnen, deze daling toe aan een discretere maar meer systematische repressie die gericht is op elke vorm van dissidentie. Eind 2016 en begin 2017 melden de Verenigde Naties en Iwacu een opleving van de politieke spanningen, de arrestaties en van de verdwijningen.

Terwijl de meeste waarnemers menen dat de crisis politiek en niet etnisch is, benadrukken verschillende bronnen dat de Tutsi’s doelgerichter zijn. De FIDH en de ligue Iteka beweren dat er misdaden tegen de menselijkheid bezig zijn en dat er zich een “repressie met een genocidale dynamiek” ontwikkelt, ook al zijn de Tutsi’s niet de enige doelgroep.

HRW en AI wijzen erop dat het aantal slachtoffers moeilijk kan worden bepaald en dat verschillende incidenten en misbruiken niet worden gemeld, vooral in het binnenland. In december 2016 telt het OHCHR 593 doden. Bovendien tellen ACLED en Burundese ngo’s eind 2016 meer dan duizend slachtoffers en honderden gedwongen verdwijningen, talrijke gevallen van foltering en van seksueel geweld en duizenden arrestaties. Volgens verschillende bronnen hebben veel inwoners van de contesterende wijken, vooral de jongeren, die worden geviseerd ook al zijn ze niet politiek actief, deze plaatsen verlaten. Volgens HRW zijn de buitengerechtelijke executies, verdwijningen en arrestaties hoofdzakelijk gericht op de opposanten alsook op “elke vorm van reële of denkbeeldige dissidentie […]”. Activisten van de burgermaatschappij en journalisten alsook hun verwanten, en Rwandese staatsburgers waren ook het slachtoffer van ernstige misbruiken. Leden en vertegenwoordigers van de partij aan de macht waren ook het doelwit van geweld.

Terwijl de incidenten in 2015 volgens ACLED vooral in de contesterende wijken van de hoofdstad plaatsvonden, wijst deze bron, net als de Verenigde Naties, erop dat het geweld zich in 2016 in het binnenland verspreidt.

Meer dan 400.000 Burundezen vluchtten naar de buurlanden wegens de repressie of wegens de humanitaire crisis. Verschillende bronnen beweren echter dat de overheidsambtenaren actief zijn in de buurlanden. De politieke en humanitaire crisis had ook de interne ontheemding van tienduizenden personen tot gevolg.

De druk van de internationale gemeenschap voor een allesomvattende dialoog leidt niet tot resultaten. Verschillende landen, waaronder België, hebben de samenwerking opgeschort. Volgens verschillende bronnen hebben de crisis en de sancties een vernietigend effect op de bewegingsvrijheid, de economie, het onderwijs en de volksgezondheid. Een belangrijk deel van de bevolking is getroffen door hongersnood en door een malaria-epidemie.

Beleid

De veiligheidssituatie is geleidelijk aan verslechterd in Burundi sinds president Nkurunziza op 25 april 2015 aankondigde dat hij zich kandidaat zou stellen voor en derde mandaat als president en sinds de daaropvolgende mislukte staatsgreep van 13 mei 2015. De veiligheidssituatie in het land is momenteel problematisch en ernstig. Deze situatie heeft geleid tot talrijke daden van meestal gericht geweld, hoofdzakelijk vanwege de overheid, hoewel dergelijke daden ook door opposanten kunnen worden gepleegd. Hoewel de confrontaties tussen de ordetroepen en de gewapende troepen zeldzaam zijn geworden, zijn ernstige mensenrechtenschendingen van opposanten en activisten courant en wijdverspreid geworden, alsook de onderdrukking van elke vorm van reële of denkbeeldige dissidentie. Sinds het begin van de crisis zijn meer dan 400.000 Burundezen naar de buurlanden gevlucht.

Land: 
Burundi

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.