De beoordeling van de asielaanvraag

Het CGVS biedt internationale bescherming aan personen die daar nood aan hebben. De commissaris-generaal onderzoekt elke asielaanvraag op een individuele manier. Hij bestudeert hiervoor alle elementen, zowel deze die zijn aangebracht dor de asielzoeker zelf als de beschikbare objectieve informatie over de situatie in het land van herkomst.

De commissaris-generaal houdt bij het nemen van de beslissing rekening met de concrete en actuele situatie in het land van herkomst. De appreciatie van de elementen gebeurt op het moment dat de commissaris-generaal de beslissing neemt.

De bewijslast ligt bij de asielzoeker. Hij moet de waarheid vertellen en een poging doen om zijn relaas te staven met documenten. De commissaris-generaal kan van de asielzoeker verwachten dat hij alle stavingselementen van zijn verzoeker op internationale bescherming zo snel mogelijk indient.

De elementen zijn

  • de correcte verklaringen van de asielzoeker
  • documenten over de identiteit, plaats(en) van eerder verblijf, de reisroute en over de redenen waarom hij een asielaanvraag indient.

Het CGVS voert een onderzoek naar de waarachtigheid en de geloofwaardigheid van het asielverhaal en beoordeelt in samenwerking met de asielzoeker de relevante elementen van de asielaanvraag.

De beoordeling door de commissaris-generaal houdt onder meer rekening met:

  • relevante feiten over het land van herkomst
  • verklaringen van de asielzoeker en de door hem voorgelegde documenten
  • de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van de asielzoeker.

Wanneer een vervolging of ernstige schade waaraan de asielzoeker in het verleden is blootgesteld als geloofwaardig is bevonden, is dat een duidelijke aanwijzing dat de vervolging gegrond is of de ernstige schade reëel is. In dat geval moet het CGVS zelf aantonen dat er goede redenen zijn dat die vervolging of ernstige schade niet opnieuw zal gebeuren.

Er kan de asielzoeker het voordeel van de twijfel gegund worden wanneer:

  • hij een oprechte inspanning heeft gedaan om relevante documenten voor te leggen
  • hij een overtuigende verklaring geeft over het ontbreken van bepaalde bewijzen
  • hij samenhangende en aannemelijke verklaringen aflegt, die niet strijdig zijn met de specifieke COI
  • hij zijn aanvraag zo snel mogelijk indient
  • de verklaringen in grote lijnen geloofwaardig zijn.

De commissaris-generaal toetst hierna het asielverhaal aan de nationale, Europese en internationale wettelijke criteria voor de erkenning van de vluchtelingenstatus en de toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus. De commissaris-generaal onderzoekt of de asielzoeker in aanmerking komt voor de erkenning van de vluchtelingenstatus zoals bepaald in de Vluchtelingenconventie en in artikel 48/3 van de Vreemdelingenwet. Is dat niet het geval, dan toetst de commissaris-generaal de asielmotieven aan artikel 48/4 van de Vreemdelingenwet, de subsidiaire beschermingsstatus.

Als de asielzoeker in aanmerking komt voor de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus, kan de commissaris-generaal onderzoeken of er ernstige redenen zijn om de asielzoeker van een van beide status uit te sluiten.

De commissaris-generaal kan de bij zijn beleidsbepaling de richtlijnen van het UNHCR (Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties) mee in overweging nemen. Ook de jurisprudentie van nationale, Europese en internationale rechtbanken en hoven kan richtinggevend zijn.

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.