Internationale bescherming in de Europese Unie
De data en analyse hieronder verwijzen naar cijfers en trends voor de EU+, waarbij EU+ verwijst naar de 27 lidstaten van de EU, aangevuld met de gegevens voor Noorwegen, Zwitserland, IJsland en Liechtenstein. Onderstaande tekst is gebaseerd op het jaarverslag 2020 van EASO en op de data getrokken uit Eurostat. De cijfers hebben geen betrekking op dossiers maar op personen, waarbij alle minderjarige kinderen afzonderlijk worden meegeteld. Verzoeken gedaan na hervestiging zijn niet meegeteld in deze cijfers. Er is een afronding tot op een eenheid van 5. Meer info: https://www.easo.europa.eu/asylum-report
Verzoeken tot internationale bescherming in de EU+
In 2020 werden 485.010 verzoeken om internationale bescherming ingediend in de EU+ (bron: Eurostat extractie 9 juni 2021). Dit is een daling van een derde in vergelijking met 2019, toen werden in de EU+ (zonder het Verenigd Koninkrijk) 716.555 verzoeken ingediend. De daling is volledig te wijten aan COVID-19. In januari en februari 2020 werden immers respectievelijk 19% en 15% meer verzoeken ingediend in de EU+ in vergelijking met 2019. 10% van de verzoeken in de EU+ was een volgend verzoek.
Belangrijkste bestemmingslanden in de EU+
De meeste verzoeken werden in 2020 ingediend in Duitsland (122.015), Frankrijk (93.470) en Spanje (88.540). Deze drie landen zijn goed voor 62% van alle verzoeken ingediend in de EU+. Zo goed als alle landen kenden een sterke daling van het aantal verzoeken omwille van COVID-19.
Voornaamste landen van herkomst in de EU+
In 2020 bleven de drie voornaamste landen van herkomst in de EU+ ongewijzigd: Syrië (14,5%), Afghanistan (10,3%) en Venezuela (6.4%). Deze drie landen zijn goed voor bijna een derde van alle verzoeken in de EU+ Colombia, Irak Pakistan, Turkije, Nigeria, Bangladesh en Somalië vervolledigen de top tien. Op enkele uitzonderingen na is het aantal verzoeken van alle nationaliteiten gedaald tegenover 2019.
Het Europese Asiel en Migratiepact
Een nieuwe start
In 2020 werd uitgekeken naar het nieuwe Pact inzake Migratie en Asiel van de Europese Commissie. Het aantreden van de nieuwe Commissie Von der Leyen zorgde voor een nieuwe dynamiek inzake het Europees migratie- en asielbeheer. Ter voorbereiding van het Pact organiseerde de Commissie uitgebreide consultatierondes, om aan de bezorgdheden van de verschillende lidstaten tegemoet te kunnen komen. Uiteindelijk werd het Pact inzake Migratie en Asiel, na een eerder uitstel omwille van de coronacrisis, op 23 september 2020 gepubliceerd.
Dit Pact is een politieke verklaring en bevat een aantal legislatieve voorstellen en aanbevelingen. Het bouwt verder op de eerdere voorstellen van de ‘Agenda for Migration’. Het Pact schetst een geïntegreerde aanpak, waarbij verschillende beleidsterreinen zijn betrokken die samen een complexe puzzel vormen. Daarbij kunnen we een viertal clusters onderscheiden:
- de externe dimensie, waarbij er nog meer wordt ingezet op het opzetten en versterken van brede partnerschappen met landen buiten de EU;
- de versterking van het EU grensbeheer;
- de interne dimensie die voorziet in een robuuster systeem binnen de EU met een sterker solidariteitsmechanisme tussen de lidstaten;
- een sterker uitgewerkt terugkeerbeleid voor personen die geen recht hebben op verblijf in de EU.
De interne dimensie, het EU-grensbeheer en het solidariteitsmechanisme zijn de meest vernieuwende elementen.
Goede basis, maar nog veel vraagtekens
De voorstellen van het Pact werden ondertussen op het politieke en technische niveau besproken en werden, zoals ook door de Commissie voorspeld, op gemengde reacties onthaald. Het zal niet eenvoudig zijn om een politiek compromis te bereiken over de grote principes van dit nieuwe systeem. Heel wat praktische en operationele aspecten moeten nog verder uitgeklaard worden.
Het CGVS beschouwt deze voorstellen als een meer dan verdienstelijke poging om het Europees asiel- en migratiebeleid effectief te versterken. Het plaatst het beleid immers in een breder kader, dat ook andere aspecten omvat (o.a. legale migratie, aanpak smokkelnetwerken, integratie, reddingen op zee en een meer globale aanpak). De visie van het Pact biedt mogelijkheden tot het opzetten van een effectief en duurzaam systeem, waarbij grensbeheer is gekoppeld aan een effectief asielsysteem. De voorstellen zijn geformuleerd vanuit een goede analyse en inzicht in de complexe realiteit van migratie, met respect voor het recht op asiel en de fundamentele mensenrechten. Ook de noodzaak voor de versterking van de externe dimensie en het opzetten van reële partnerschappen met derde landen wordt daarbij erkend.
De realisatie van dit beleid zal allerminst evident zijn. Maar er resten weinig alternatieven indien men wil komen tot een effectief beleid. Deze voorstellen in het Pact verdienen dan ook alle kans op slagen.
Hervestiging naar België
Het Belgische hervestigingsprogramma lag stil van juli 2019 tot en met juli 2020 omdat er onvoldoende opvangplaatsen beschikbaar waren in de opvangcentra en de lokale opvanginitiatieven om de hervestigde vluchtelingen op te vangen. In juli 2020 nam de Ministerraad een aantal maatregelen op het vlak van opvang, die een heropstart van het hervestigingsprogramma mogelijk maakten.
Door de onderbreking had België een achterstand opgelopen in de uitvoering van zijn programma: voor de periode 2018 - 2021 heeft België een engagement om 2.758 vluchtelingen te hervestigen, maar in juli 2020 waren nog maar 1.119 personen effectief hervestigd. Later in 2020 konden nog 176 Syrische vluchtelingen naar België worden hervestigd die voor 2020 waren geselecteerd. Daarnaast werden ook de selectiemissies terug opgestart, die als gevolg van de pandemie niet in de landen van opvang konden doorgaan. Het CGVS organiseerde de interviews via videoconferentie. In december 2020 vond voor het eerst zo’n missie op afstand plaats waarbij de protection officers deelnamen vanuit het gebouw van het CGVS en een groep van 162 Syrische vluchtelingen vanuit de ondersteuningsfaciliteit voor hervestiging van EASO (European Asylum Support Office) in Istanbul.
Figuur 23 : Hervestiging naar België / 2013 > 2020 - bron EASO
AMIF 2016-2020
Via het Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF) stelt de Europese Unie financiële steun aan de lidstaten ter beschikking voor het opzetten van activiteiten rond verzoekers om internationale bescherming, vluchtelingen en hervestigde personen. Dankzij dit fonds heeft het CGVS enkele projecten opgezet die het asielsysteem in België hebben versterkt en een bijdrage hebben geleverd aan de verdere harmonisering van het EU asielbeleid. Nu de eerste financieringscyclus (2014-20) afloopt, geven we hieronder een kort overzicht van de AMIF activiteiten van het CGVS van deze periode.
Een sterkere organisatie
Onder het project ‘Optimalisering’ konden verschillende activiteiten opgezet worden die zowel de organisatie als de verzoekers ten goede kwamen:
- Het CGVS werkte de website www.asyluminbelgium.be uit, die begin 2021 werd gelanceerd en die gericht is op verzoekers om hen op objectieve wijze te informeren over de asielprocedure.
- Het CGVS investeerde in de ontwikkeling en het welzijn van de medewerkers, door het opzetten van een leiderschapstraject, het opzetten van een welzijnsbeleid, de organisatie van professionaliseringsdagen en de ontwikkeling van een opleiding voor tolken.
- Op het vlak van informatietechnologie heeft het CGVS het interne kennisplatform InSite verder ontwikkeld en de verdere digitalisering van het asieldossier voorbereid.
Steun aan de EU-harmonisering
Mede dankzij AMIF heeft het CGVS veel betrokkenheid kunnen tonen bij EASO. Dit uitte zich in:
- Deelname van medewerkers aan expertenvergaderingen om kennis uit te wisselen
- Deelname van medewerkers aan de Asylum Support Teams, als bijdrage aan de EU-solidariteit met lidstaten die te maken hadden met een specifieke situatie van migratiedruk (bv. Griekenland).
- Ontwikkeling van opleidingen omtrent verzoekers met bijzondere noden (minderjarigen, gender)
Verder heeft het CGVS sterk ingezet op het bevorderen van de ontwikkeling van gemeenschappelijke, kwaliteitsvolle COI, die gedragen kan zijn door de hele EU, onder andere op basis van COI Fact Finding Missions. Ten slotte pionierde het CGVS op het vlak van het gebruik van nieuwe (sociale) media in het kader van COI, door het opzetten en uitbouw van de New Media Unit.