De beroepsprocedure

De verzoeker kan in beroep gaan tegen alle negatieve beslissingen van het CGVS:

  • een weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus
  • een weigering van de vluchtelingenstatus en een toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus
  • een niet-ontvankelijkheidsbeslissing
  • een beslissing ‘verzoek kennelijk ongegrond’
  • een beslissing tot beëindiging van het verzoek om internationale bescherming
  • een beslissing tot uitsluiting van de vluchtelingenstatus of subsidiaire beschermingsstatus
  • een intrekking of opheffing van de vluchtelingenstatus en/of van de subsidiaire beschermingsstatus

Het verloop van het beroep

De verzoeker kan binnen 30 kalenderdagen na de betekening van de beslissing van het CGVS een beroep indienen. Het gaat om een beroep in volle rechtsmacht. Wanneer een verzoeker vastgehouden wordt, in geval een verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard of een verzoek kennelijk ongegrond werd bevonden en het CGVS de beslissingstermijn van 15 werkdagen heeft gerespecteerd, heeft hij 10 kalenderdagen de tijd. Wanneer een verzoeker wordt vastgehouden en een volgend verzoek heeft ingediend tijdens zijn vasthouding dat niet-ontvankelijk werd verklaard, geldt de termijn van 5 kalenderdagen.

De verzoeker en/of zijn advocaat dient een ‘verzoekschrift’ in waarin hij alle argumenten aanhaalt tegen de beslissing van het CGVS. De verzoeker kan nieuwe elementen en documenten ter ondersteuning van zijn asielrelaas toevoegen aan zijn verzoekschrift. De verwerende partij kan ook nieuwe elementen opwerpen bij de RvV.

De procedure verloopt schriftelijk, maar er wordt een zitting georganiseerd waar de advocaat en/of de verzoeker de belangen van de verzoeker verdedigen. Het CGVS treedt op als verwerende partij.

Wanneer de RvV van oordeel is dat de beslissing van het CGVS voldoende duidelijk is, kan hij het beroep onder specifieke voorwaarden met een schriftelijke procedure behandelen. Als geen van de partijen (de verzoeker of het CGVS) vraagt om te worden gehoord door de RvV, wordt er geen zitting georganiseerd en velt de RvV een arrest op grond van de elementen die de verzoeker eerder heeft voorgelegd tijdens zijn verzoek.

Een beroep is in principe schorsend. Dit betekent dat een verzoeker niet verwijderd kan worden en het recht op opvang behoudt. In een aantal gevallen is de beroepsprocedure niet schorsend. Dit staat expliciet in de beslissing vermeld.

Het arrest bij een beroep

De RvV kan een beslissing van het CGVS:

  • bevestigen: de RvV volgt de beslissing van het CGVS.
  • hervormen: de RvV is het niet eens met de beslissing van het CGVS en verandert de beslissing in een erkenning van de vluchtelingenstatus of een toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus. De RvV kan een toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus hervormen tot een weigering van de subsidiaire beschermingsstatus of tot een erkenning van de vluchtelingenstatus.
  • vernietigen: de RvV stelt onregelmatigheden in het asieldossier vast of meent over onvoldoende elementen te beschikken om een arrest  te kunnen vellen en stuurt het asieldossier terug naar het CGVS, dat een nieuwe beslissing moet nemen. Het CGVS moet rekening houden met de opmerkingen van de RvV bij het nemen van een nieuwe beslissing.

 

Informatie over de asielprocedure op maat van de asielzoeker, vindt u op : asyluminbelgium.be.