De cassatieprocedure

De verzoeker en zijn advocaat hebben 30 kalenderdagen de tijd na de betekening van het arrest van de RvV om een beroep in te dienen. Het beroep is niet schorsend en de DVZ kan een bestaande beslissing tot verwijdering of repatriëring uitvoeren.

Er is een ‘filterprocedure’ voorzien waarbij de RvS binnen de 8 kalenderdagen nagaat of het beroep toelaatbaar is en in aanmerking komt voor een verdere behandeling. Veel beroepen doorstaan de filterprocedure niet. Als het beroep niet toelaatbaar wordt verklaard, is de procedure definitief afgesloten zonder mogelijkheid tot een beroep.

Als het beroep toelaatbaar is, onderzoekt de RvS of de aangehaalde middelen kunnen leiden tot cassatie van het arrest. De RvS onderzoekt het verzoek niet inhoudelijk, maar gaat enkel na of de RvV de correcte procedures gevolgd heeft.

Het onderzoek in cassatie door de RvS is een schriftelijke procedure en de RvS baseert zich op de stukken in het rechtsplegingsdossier. Het CGVS treedt op als verwerende partij.

De uitspraak in cassatie

De uitspraak volgt normaalgezien binnen de 6 maanden. De termijn is niet bindend.

Als de RvS de beslissing ongedaan maakt (vernietiging), wordt het dossier teruggestuurd naar de RvV. De RvV moet een nieuw arrest vellen en rekening houden met de bezwaren van de RvS.

Als de RvS het beroep van de verzoeker verwerpt, verandert er niets en is de asielprocedure definitief afgesloten.