Asielstatistieken – Overzicht 2019

Stijging van het aantal verzoeken om bescherming in België, maar ook in andere EU landen

In 2019 dienden 27.742 personen een verzoek om internationale bescherming in bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Dit aantal ligt hoger dan in 2018, toen 23.343 personen een verzoek indienden. Uitschieters waren de maanden januari, september en oktober 2019. Het aantal ligt 18,3% hoger dan in 2018 en 40,9% hoger dan in 2017.

Niet alleen in ons land steeg het aantal verzoeken om internationale bescherming fors. Een toename deed zich ook voor in onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Luxemburg. Ook een aantal aankomstlanden die een EU buitengrens hebben zoals Griekenland, Spanje, Malta en Cyprus, kenden een sterke toename van het aantal verzoeken om internationale bescherming.

De toename van het aantal verzoeken om internationale bescherming in België en onze buurlanden heeft te maken met verscheidene factoren. Bij de interpretatie ervan is voorzichtigheid geboden.

Een belangrijke factor betreft de toegenomen secundaire migratie binnen Europa. België is hierbij meer in trek dan sommige van onze buurlanden, de meeste Scandinavische en Oost-Europese landen. Daarnaast blijkt dat de migratie naar Europa, vooral via Turkije, toeneemt. Het is moeilijk in te schatten hoe sterk de toename zal zijn alsook de impact ervan voor ons land. Beleidsmakers houden er best rekening mee dat de migratie via Turkije naar Europa op termijn nog kan stijgen. Hetzelfde geldt voor de migratie vanuit Afrika.

 

Nieuwkomers naast blijvers onder de landen van herkomst

De meeste personen die in 2019 in België een verzoek om internationale bescherming indienden waren afkomstig uit Afghanistan, Syrië, Palestina, Irak en El Salvador.

Afghanistan is in 2019 de eerste nationaliteit in zowel België als de EU. Het aantal verzoeken van Afghanen stijgt al geruime tijd. Voor België is dit voor een stuk te relativeren doordat het gaat om een aanzienlijk aantal volgende verzoeken of verzoeken van personen met een beschermingsstatus in een andere lidstaat. Syrië vormt in 2019 de tweede nationaliteit, Irak de vierde nationaliteit. 42,6% van de Iraakse verzoeken zijn volgende verzoeken. De derde plaats wordt ingenomen door Palestijnen uit Gaza.

Opvallend is de vijfde plaats voor personen uit El Salvador. Die toename is te situeren in de context van een sterke toename van het aantal verzoekers uit landen van Latijns-Amerika in vele landen van de EU.

 

Aantal beslissingen stijgt in de laatste maanden van 2019

In 2019 nam het CGVS 15.009 beslissingen voor 18.544 personen. In de laatste maanden van het jaar nam het aantal beslissingen toe, mede dankzij de aanwerving van nieuwe medewerkers. Door een bijkomende aanwerving van protection officers en administratieve medewerkers op het einde van het jaar en begin 2020, staat vast dat het aantal beslissingen nog sterker zal toenemen.

 

Nood aan bescherming blijft hoog, maar niet voor iedereen

In 2019 oordeelde het CGVS in 36,9% van de eindbeslissingen dat de verzoeker daadwerkelijk bescherming nodig had. Het gaat in totaal om 5.117 beslissingen van toekenning van een beschermingsstatus voor 6.719 personen (inclusief minderjarige kinderen die hun ouders vergezellen).

31,4% van de beslissingen waren beslissingen tot erkenning van de vluchtelingenstatus.

5,5% van de beslissingen waren beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus.

Vooral aan Syriërs, Afghanen, Turken, Irakezen en Eritreeërs werd bescherming verleend.

De beschermingsgraad is in 2019 verder gedaald in vergelijking met de vorige jaren (57,7% in 2016, 50,7% in 2017 en 49,1% in 2018). Die daling heeft voornamelijk te maken met een verdere toename van het aantal beslissingen van niet ontvankelijkheid, voornamelijk dan voor volgende verzoeken (meervoudige verzoeken) en verzoeken van personen met een beschermingsstatus in een andere lidstaat. Deze dossiers worden bij voorrang behandeld. Wanneer we deze dossiers buiten beschouwing laten, ligt de beschermingsgraad op 50,5%. Vele verzoekers hebben bijgevolg nog steeds nood aan bescherming.

Het aantal verzoeken van personen met een status van bescherming in een andere EU lidstaat is in 2019 sterk toegenomen. Die verzoeken worden in het algemeen niet ontvankelijk verklaard, omdat de betrokken personen al internationale bescherming genieten. Sinds de tweede helft van 2019 worden die verzoeken bij voorrang behandeld. De laatste drie maanden van 2019 werden 660 beslissingen van niet ontvankelijkheid genomen voor 906 personen wegens het hebben van een beschermingsstatus in een andere EU lidstaat.

 

Achterstand toegenomen

In 2018 was het CGVS erin geslaagd de dossierachterstand bijna volledig weg te werken. Door de onvoorziene forse stijging van het aantal verzoeken sinds de tweede helft van 2018 is de totale werkvoorraad van het CGVS –  dit is het aantal dossiers waarvoor het CGVS nog geen beslissing heeft genomen – gestaag toegenomen naar 10.362 asieldossiers. 6.162 van die dossiers zijn te beschouwen als achterstand, 4.200 dossiers als normale werkvoorraad.

Een te grote werkvoorraad leidt tot langere wachttijden voor personen die in de asielprocedure zitten. Het CGVS is zich hiervan ten volle bewust en doet al het mogelijke om de achterstand opnieuw binnen de kortste tijd weg te werken.

 

Extra middelen om onze opdracht te volbrengen

De Ministerraad stemde op 15 februari en op 14 november 2019 in met een personeelsversterking voor de asielinstanties. Zo kan het CGVS rekenen op 146 extra nieuwe medewerkers (130 attachés voor de dossierbehandeling; 16 administratieve assistenten voor de administratieve ondersteuning). 74 attachés en 9 administratieve assistenten zijn al gestart in de tweede helft van 2019. De anderen zullen het CGVS begin 2020 vervoegen.

Met deze bijkomende versterking zal het CGVS er alles aan doen de achterstand opnieuw binnen de kortste tijd weg te werken. Het CGVS rekent erop dat dit tegen eind 2021 kan gebeuren. Dit zal afhangen van de evolutie van het aantal verzoeken. Het is belangrijk deze op te volgen en zo nodig te voorzien in bijkomende versterking.

 

Het asielbeleid zal Europees en globaal zijn of niet zijn

Het CGVS rekent erop dat er in België en de EU een daadkrachtig asielbeleid tot stand komt.

Dit veronderstelt ten eerste dat dit beleid “evidence based” is; gebaseerd op een grondig inzicht in de complexe realiteit van de migratieproblematiek, ver van een polariserend discours.

Het asielbeleid kan bovendien slechts effectief zijn, voor zover het gebaseerd is op respect voor fundamentele rechten en het de bescherming van vluchtelingen beoogt. Tegelijkertijd dringt zich een krachtdadig beleid van controle van illegale migratie op, inclusief een effectief terugkeerbeleid.

De realiteit van migratie vereist een Europese en globale aanpak. Hopelijk kan er met de nieuwe Europese Commissie en Voorzitter van de Raad van de Europese Unie een doorbraak gerealiseerd worden, voor zowel het Europees asielbeleid als de globale aanpak voor het migratie- en asielbeleid. Een uniform Europees beleid voor de opvang van asielzoekers en de behandeling van asielaanvragen is cruciaal. Het beheer van de EU buitengrenzen vergt een sterk asielbeleid. Het heeft weinig zin het aantal “grenswachters” voor FRONTEX sterk uit te breiden, zonder hieraan een geharmoniseerd, eengemaakt Europees asielsysteem te verbinden.

De aanzet hiertoe is zowel op Europees als nationaal vlak gegeven, maar de uitwerking blijft beperkt. Hiertoe is een engagement nodig vergelijkbaar met de Green Deal.

Ten slotte acht het CGVS het nodig om over migratie en asiel een genuanceerd discours aan te houden, waarbij de problematiek juist weergegeven wordt en er geen fake news verspreid wordt.

 

 

09 januari 2020