De ‘Dublin III- verordening’ bepaalt het volgende:
- Als België verantwoordelijk is, onderzoekt het CGVS het verzoek om internationale bescherming.
- Als een andere EU-lidstaat verantwoordelijk is, vraagt de DVZ de overname van het verzoek aan de andere lidstaat.
- Als de EU-lidstaat de overname bevestigt, maar de verzoeker gaat er niet mee akkoord, dan kan hij een schorsing en annulatieberoep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).