Dit onderzoek maakt een stand van zaken op over de veiligheidssituatie in de Somalische hoofdstad Mogadishu. Het richt zich in het bijzonder op de periode van 1 januari tot en met 31 augustus 2019. Dit document is een update van de COI Focus van 25 maart 2019. Cedoca heeft het onderzoek afgesloten op 15 september 2019.
Volgens de rapporten van de secretaris-generaal van de VN van mei en augustus 2019 blijft de veiligheidssituatie in Somalië onstabiel.
Mogadishu wordt tijdens de verslagperiode getroffen door regelmatige terreuraanslagen, meestal met geïmproviseerde explosieven, door doelgerichte aanslagen tegen personen verbonden aan de overheid of internationale organisaties en door mortieraanvallen. AS is tijdens deze verslagperiode de belangrijkste verantwoordelijke voor het geweld in de hoofdstad. De aanslagen viseren zowel overheidsgebouwen, overheidsfunctionarissen en veiligheidstroepen als populaire restaurants en hotels. Hierbij vallen soms burgerdoden. De burgermeester en tevens gouverneur van Mogadishu sterft in augustus 2019 door een aanslag van AS. Verschillende bronnen melden dat AS haar acties verhoogt in Mogadishu als reactie op de stijging van het aantal droneaanvallen op AS-doelwitten in de rurale gebieden. In vergelijking met de vorige verslagperiode is het geweld door ISS afgenomen in de hoofdstad. ACLED registreert één dergelijk incident.
Tijdens de referentieperiode stellen verschillende bronnen een stijging van het geweld in de hoofdstad vast in de maanden februari, maart, april en juli 2019.
Naast gewelddaden opgeëist door of toegeschreven aan AS, zijn er tijdens de verslagperiode ook nog andere actoren verantwoordelijk voor geweld in de hoofdstad. ACLED vermeldt incidenten die het gevolg zijn van clanconflicten, criminaliteit en conflicten over grondbezit waarbij burgerdoden kunnen vallen. Burgers zijn soms het slachtoffer van kruisvuur door geweld tussen de verschillende strijdende partijen in de stad.
Officiële cijfergegevens over incidenten en (burger)slachtoffers in Mogadishu zijn niet beschikbaar. In de verslagperiode klasseert ACLED 127 incidenten als violence against civilians met 174 dodelijke slachtoffers. Burgers worden soms doelbewust (bijvoorbeeld burgers werkzaam in de administratie en zakenlui) en soms als omstaander het slachtoffer van incidenten binnen de categorie explosions/remote violence.
Verschillende bronnen wijzen op het wanbeheer, de corruptie, de clanrivaliteit, de slechte coördinatie binnen de veiligheidsdiensten en het gebrek aan civiele controle. AS is diep geïnfiltreerd in de veiligheidsdiensten. Bij de ordehandhaving en veiligheidsoperaties in Mogadishu doen zich misbruiken voor. Volgens verschillende bronnen heerst er een klimaat van straffeloosheid. De veiligheidsdiensten slagen er niet in de burgerbevolking afdoende te beschermen tegen het terreurgeweld. Hierdoor beroepen de burgers zich op andere gewapende groepen (zoals clanmilities, privémilities en AS) voor hun bescherming.
Volgens verschillende bronnen biedt clanaffiliatie een beperkte bescherming tegen de belangrijkste veiligheidsproblemen in Mogadishu. De clan waartoe een persoon behoort biedt geen bescherming tegen indirect geweld (“being in the wrong place at the wrong time”), tegen een aanval door een onbekende dader of tegen een aanslag van AS. Wel kan de clan als afschrikkingsmiddel fungeren voor gewelddadige misdrijven.
Bepaalde hoofdstedelijke districten zijn veiliger dan andere. De geraadpleegde bronnen stellen dat de overheid in bepaalde districten in het noorden nauwelijks of niet aanwezig is. De districten Heliwaa, Yaaqshiid en Dayniile worden door de geraadpleegde bronnen als onveilig bestempeld.
In en rondom de hoofdstad wonen er volgens het UNHCR 497.000 ontheemden verspreid over 480 informele nederzettingen. In deze buurten woont het kwetsbaarste deel van de bevolking: naast IDP’s ook economische vluchtelingen zoals armen en terugkeerders. Terugkeerders uit de diaspora, Kenia, Libië en Jemen, settelen zich ook meestal in de hoofdstad. Tijdens de verslagperiode zijn 68.000 nieuwe IDP’s in de stad aangekomen.
Door het gebrek aan basisvoorzieningen en geschikte huisvesting lopen de ontheemden in de verschillende informele nederzettingen in de stad het risico op een tweede ontheemding. Somaliërs die terugkeren claimen de grond van hun familie. Dit heeft, onder andere, geleid tot ontruimingen van duizenden ontheemden. De gedwongen ontruimingen en het uitblijven van een structurele oplossing rond grondbezit in de hoofdstad verhogen de spanningen in de hoofdstad. Volgens verschillende bronnen zijn IDP’s het kwetsbaarste voor seksueel geweld, in het bijzonder vrouwen en kinderen.
Meerdere bronnen signaleren positieve ontwikkelingen in de hoofdstad, zoals de heropleving van de economische activiteit en een verbetering van sociale basisdiensten, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Toegang tot gezondheidszorg en onderwijs blijft moeilijk, voornamelijk voor de ontheemden in de stad. Tijdens de referentieperiode sluit de lokale overheid soms delen van de stad af voor verkeer in geval van een terreurdreiging. Deze veiligheidsmaatregel beperkt de bewegingsvrijheid van de bewoners. De heraanleg van het wegennetwerk in de hoofdstad ging van start tijdens deze verslagperiode.
Policy
Na de val van president Siad Barre in 1991 is Somalië in chaos gedompeld. Verschillende autoriteiten hebben elkaar sinds 2000 opgevolgd. Somaliland en Puntland zijn in de jaren ‘90 de facto onafhankelijk geworden van de federale staat Somalië. De algemene veiligheidssituatie in Somalië wordt grotendeels bepaald door een langdurig aanslepend intern gewapend conflict, waardoor zeer veel Somaliërs intern ontheemd zijn of hun toevlucht genomen hebben in het buitenland. Voor de beoordeling van de nood aan internationale bescherming houdt de commissaris-generaal er rekening mee dat er fundamentele verschillen bestaan tussen de situatie in Mogadishu, Centraal- en Zuid-Somalië enerzijds en de situatie in de Somaliland en Puntland anderzijds.