Veiligheidssituatie in Mogadishu

Niederländisch

Deze COI Focus beschrijft de veiligheidssituatie in de Somalische hoofdstad Mogadishu, in het bijzonder voor de periode van 1 juli 2018 tot 31 december 2018. Dit document is een update van de COI Focus van 25 september 2018. Cedoca heeft het onderzoek afgesloten op 31 januari 2019.

Volgens het rapport van de secretaris-generaal van de VN van december 2018 blijft de veiligheidssituatie in Somalië onstabiel en blijft AS de grootste bedreiging voor de veiligheid van het land. Deze terreurgroep blijft zijn operationele kracht en capaciteit behouden ondanks de aanhoudende en geïntensiveerde grond- en luchtaanvallen in het hele land. ISS-elementen hebben hun activiteiten in en rond Mogadishu uitgebreid hoewel hun operaties beperkt blijven tot gerichte moorden.

De hoofdstad wordt tijdens de verslagperiode opnieuw getroffen door regelmatige terreuraanslagen (meestal met geïmproviseerde explosieven), in het bijzonder op hotels en instellingen populair bij overheidsfunctionarissen, door doelgerichte aanslagen tegen personen verbonden met de overheid of met internationale organisaties en door mortieraanvallen. AS is tijdens deze verslagperiode de belangrijkste verantwoordelijke voor het geweld in de hoofdstad waarbij er soms burgerdoden vallen. AS is echter niet de enige terreurgroep actief in Mogadishu: enkele gewelddadige incidenten worden door ISS opgeëist. Tijdens deze verslagperiode voert ISS voornamelijk gerichte moorden uit met vuurwapens op personen die voor de federale overheid werken, inclusief leden van de inlichtingendienst NISA. Door het feit dat ook ISS belastingen int bij zakenlui legt AS zich toe op het elimineren van de invloed en aanwezigheid van ISS in de hoofdstad. Hierdoor pleegt AS minder aanslagen op doelwitten die banden hebben met de regering en haar bondgenoten, aldus een analyse van het Hiraal Institute. De aanwezigheid van ISS in de hoofdstad zou door deze specifieke actie van AS gedecimeerd zijn.

Naast gewelddaden opgeëist door of toegeschreven aan AS en ISS, zijn er tijdens de verslagperiode ook nog andere actoren verantwoordelijk voor geweld in de hoofdstad. ACLED vermeldt ook incidenten die het gevolg zijn van politiek gemotiveerde clanconflicten, criminaliteit en conflicten over grondbezit waarbij burgerdoden kunnen vallen. Burgers zijn soms het slachtoffer van kruisvuur en dit zowel door AMISOM en het Somalische leger als clanmilities en onbekende gewapende milities.

Officiële cijfergegevens over incidenten en (burger)slachtoffers in Mogadishu zijn niet beschikbaar. Tijdens de verslagperiode van deze COI Focus, van 1 juli tot en met 31 december 2018, telt ACLED in totaal 346 incidenten in Mogadishu met ongeveer 500 dodelijke slachtoffers. Er vallen 149 incidenten onder de noemer battle - no change of territory met 260 doden; 2 incidenten onder de noemer battle - non-state actor overtakes territory met 10 dodelijke slachtoffers; 76 incidenten onder de categorie remote violence met 97 doden, waaronder burgers die soms doelbewust, soms als omstaander het slachtoffer worden; en 119 incidenten onder de noemer violence against civilians met 133 dodelijke burgerslachtoffers.

In vergelijking met de eerste helft van 2018 is het aantal gewelddadige incidenten waar burgers het slachtoffer van werden (violence against civilians) net als het aantal burgerslachtoffers bij deze incidenten in de tweede helft van 2018 bijna gelijk gebleven.

De veiligheidssituatie in Mogadishu varieert naargelang de wijk. Volgens verschillende bronnen zijn bepaalde hoofdstedelijke districten beduidend veiliger dan andere. De Deense migratiedienst stelt in 2017 dat de overheid in bepaalde wijken nauwelijks of niet aanwezig is. Volgens ACLED vielen de meeste burgerdoden tijdens deze verslagperiode in het district Hodan, gevolgd door het district Hawl Wadaag.

Verschillende bronnen, waaronder de UN Monitoring Group, wijzen op het wanbeheer, de corruptie, de clanrivaliteit, de slechte coördinatie binnen de veiligheidsdiensten en het gebrek aan civiele controle. AS is diep geïnfiltreerd in de veiligheidsdiensten. Bij de ordehandhaving en veiligheidsoperaties in Mogadishu doen zich misbruiken voor en er heerst een klimaat van straffeloosheid bij de veiligheidsdiensten. In deze verslagperiode slagen de veiligheidsdiensten er niet in de burgerbevolking afdoende te beschermen tegen het terreurgeweld. Hierdoor beroepen de burgers zich op andere gewapende groepen (zoals clanmilities, privémilities en AS) voor hun bescherming.

Mogadishu wordt in 2018 officieel de dichtstbevolkte stad in Afrika, en de op een na dichtstbevolkte ter wereld. In de hoofdstad wonen er naar schatting 600.000 ontheemden verspreid over 480 informele nederzettingen in en rond de stad. In deze buurten woont het kwetsbaarste deel van de bevolking: ontheemden, economische vluchtelingen, armen en terugkeerders. Droogte, de zoektocht naar bestaansmiddelen, de moeilijke leefomstandigheden in bepaalde rurale gebieden en de onveiligheid drijven Somaliërs naar hun hoofdstad. Terugkeerders uit de diaspora, Kenia, Libië en Jemen, settelen zich ook meestal in de hoofdstad. Dit zet de aanwezige basisvoorzieningen in de stad nog meer onder druk.

IDP’s, en in het bijzonder vrouwen en meisjes, lopen een verhoogd risico op gendergerelateerd geweld en seksuele uitbuiting als gevolg van de beperkte veiligheid in hun IDP-nederzettingen, de slechte levensomstandigheden en de beperkte bescherming van de clan. De ontheemden in Mogadishu zijn kwetsbaar voor een tweede (of derde) ontheemding en dit gebeurt vaak op een gewelddadige manier. De stijgende waarde van grond en vastgoed in de hoofdstad is de hoofdreden. De ontheemden in Mogadishu bevinden zich in een kwetsbare situatie door het ontbreken van een formeel vangnet, de slechte hygiënische leefomstandigheden (gebrek aan zuiver water), voedselonzekerheid, een gebrek aan identiteitsdocumenten, ondermaatse huizing en de huuronzekerheid.

Meerdere bronnen signaleren positieve ontwikkelingen in de hoofdstad, zoals de heropleving van de economische activiteit en een verbetering van sociale basisdiensten, zoals gezondheidszorg en onderwijs, die weliswaar eerder beperkt blijft.

Policy

Na de val van president Siad Barre in 1991 is Somalië in chaos gedompeld. Verschillende autoriteiten hebben elkaar sinds 2000 opgevolgd. Somaliland en Puntland zijn in de jaren ‘90 de facto onafhankelijk geworden van de federale staat Somalië. De algemene veiligheidssituatie in Somalië wordt grotendeels bepaald door een langdurig aanslepend intern gewapend conflict, waardoor zeer veel Somaliërs intern ontheemd zijn of hun toevlucht genomen hebben in het buitenland. Voor de beoordeling van de nood aan internationale bescherming houdt de commissaris-generaal er rekening mee dat er fundamentele verschillen bestaan tussen de situatie in Mogadishu, Centraal- en Zuid-Somalië enerzijds en de situatie in de Somaliland en Puntland anderzijds.

Land: 
Somalië